31 December, 2008

met een lach

Leeg. Het vliegveld van Lima voelt als verlaten. Het vliegtuig is het ook. Meer crew dan passagiers. Ze zijn vriendelijk en warm. Ook zij zijn ver van huis, op Kerstavond. De uren van de vlucht gaan langzaam voorbij, mijn ongeduld groeit... Genoeg tijd om te overdenken hoe mijn laatste week in Peru voorbij is geschoten. Van het dorp van de waterval naar de rivier Mayo. Ongebaande paden, geheime reservaten die de gringos nog niet gevonden hebben. Als reisgenote Gisela. Een Limeense die ik heb overgehaald een stukje met mee te reizen en wat later terug naar Lima te gaan voor Kerst met haar familie. Die me, weliswaar aan het einde van deze reis; maar toch, wist te leren hoe de cultuur écht werkt. Van daar naar Lima. Met als gids een ware Limeense, van krottenwijk aan zee met het verste van het verste aan vis, naar upperclass surfplekken waar ik alleen had kunnen overnachten als ik deze reis niet had gemaakt. Van Lima een lege vlucht naar Buenos Aires. Alwaar mijn twee maatjes, eerst de een en dan de ander, aan zouden komen om samen het nieuwe jaar in te luiden. Ik kan steeds minder goed wachten....De spanning is onbeschrijvelijk. Kan ik nog samen zijn, na ruim twee maanden alleen? Kan ik het delen, alles wat ik mee heb gemaakt? Hoe zal het zijn, als ze door die schuifdeuren in de aankomsthal lopen? Zoals altijd of anders?Zoals altijd. De een na de ander, zijn ze veilig geland. Na een snufje Buenos Aires, door naar het hipste van het hipste van Zuid Amerika (Punta del Este in Uruguay), om op gepaste wijze te vieren dat we samen aan 2009 kunnen beginnen. En we zijn er. Het blijkt onbetaalbaar en vol Amerikaanse toeristen. Restaurants en winkels die ipv een logo/ naam, een bordje van Visa op hun gevel hebben. Hotelarrangementen die meer kosten dan mijn 6 weken in Peru. Een wind die sterker en kouder is dan ooit, volgens de receptioniste. En we hebben alleen maar een fleecevest bij ons. En een zomerjurk. En toch: de oceaan, de glimlachende Uruguayaan, de superverse vis en het feit dat we, ondanks de afstand, toch samen zijn, maakt het bijna perfect (alleen mijn lief ontbreekt nog)... We gaan met een lach 2009 in. Ik vermoed en hoop dat jullie dat ook net gedaan hebben.

15 December, 2008

aansluiten


In mijn werk heb ik nogal wat kennis opgedaan als het gaat om leren. De trend van nu in Nederland is het stimuleren van ervaringsgericht leren, wat kortweg betekent dat leren bestaat uit het zo realistisch mogelijk meemaken van hetgeen wat geleerd kan worden.
Met deze bagage belandde ik in het dorpje Cocachimba in Peru. Alwaar een groep gidsen, die qua leren niet veel verder waren gekomen dan de basisschool, zich graag meester in het Engels wilde maken. Met mij.
Mijn ambitie was, zoals altijd in mijn werk, groot. Sessies die door henzelf gevuld zouden worden, met hun eigen vragen in de taal. Sessies die opgedeeld zouden worden in enerzijds het leren van Engels en anderzijds het discussiëren over het belang van toerisme in deze opstartende gemeenschap. Sessies met simulaties of werkelijke gesprekken met bezoekende toeristen die wel met mijn gidsen zouden willen oefenen.
Het bleek anders. Ze hadden geen idee van wat ze wilden leren. Er kwamen telkens maar een stuk of 3 opdagen, wat een discussie vrij lastig maakte. Toeristen waren er nauwelijks. En als ze er al waren, bleven ze zeker niet slapen.
De eerste avond heb ik 5 zinnen met ze vertaald in het Engels. Welkom, mijn naam is, de toer kost …. Ik heb net zo lang voorgezegd en na laten zeggen totdat het in hun hoofden zat. Aan het einde van mijn 3weekse verblijf kunnen ze meer dan 60 zinnen naproduceren. Met hun schriftjes zitten ze, al voordat de klas begint, samen te oefenen. Ik heb geen idee wat het ze werkelijk gaat opleveren, dat moet nog blijken als ik ooit hier terugkom. Maar ik ben blij. Om het ene ding wat wellicht een blijvend resultaat zal zijn: hun vernieuwde enthousiasme voor leren.
En dankbaar dat ik mijn ‘leerprincipes’ overboord heb gegooid. Want leren gaat ook over aanlsuiten.

12 December, 2008

dankjewel


In het verlaten dorpje van de waterval, gebeurt er vrij weinig. De dagen lijken, in vergelijking met mijn reizende en werkende bestaan, vrijwel leeg. Toch gaan ze snel. Vanaf morgen begint weer opnieuw mijn nomadisch bestaan.
Mijn ervaringen zijn rijk. Ik heb mogen voelen hoe het is. Om afhankelijk te zijn van de regen. Daar mijn leerlingen, die bijvoorbeeld een hele heuvel moeten beklimmen om naar school te komen, bij regen gewoonweg niet komen opdagen. Om te delen in het kleine beetje eten. Daar ik elke dag bij een ander gezin gevoed werd, zodat ieder zou bijdragen aan mijn verblijf. Om te eten wat het land geeft, waardoor mijn maaltijden hebben bestaan uit aardappels, rijst, bonen en brood (in 1 en hetzelfde gerecht, elke dag weer). Om te ervaren dat wanneer er weinig te doen is, het leven prima kan bestaan uit wakker worden, eten, lezen, eten, lesgeven, eten, slapen. Om te mogen meemaken wat simpel werkelijk betekent.
Gister was de laatste klas met de schoolkinderen. Na de laatste keer oefenen op “We wish you a Merry Christmas” heb ik ze Bye Bye gezegd. Normaal sprinten ze de klas uit, deze keer niet. Ze bleven zitten. Omdat ze graag nog een keer het lied wilden zingen. De tranen sprongen in mijn ogen. Een groter dankjewel had ik niet kunnen krijgen…

11 December, 2008

Slimme onbewuste


6 weken zijn er verstreken. Zuid Amerika en ik zullen elkaar waarschijnlijk nooit echt gaan begrijpen. Ik leef graag binnen, zij buiten. Ik onderneem graag het maximum, zij hangt het liefst wat rond. Ik ben op zoek naar wat onder de oppervlakte zit, zij heeft het over koetjes en kalfjes.
Het grappige is, het doet er steeds minder toe. Al onderzoekend en reflecterend heb ik zeker mijn eigen weg kunnen vinden in dit gigantische continent. En ben er zelfs van gaan houden, gek genoeg.
In het boek “het slimme onbewuste” omschrijft Ab Dijksterhuis een interessant onderzoek over de rol van het onbewuste in gewenning aan nieuwe zaken. Het onderzoek bewijst dat naarmate we een persoon, plek of object vaker hebben gezien, we het plezieriger gaan vinden. Of we deze plek nou leuk vinden of minder leuk. Ons onbewuste zorgt ervoor dat we vertrouwd raken, een handeling die gepaard gaat met een positiever gevoel.
Peru is fijner geworden. Volgens de theorie van Ad lijkt het erop dat mijn onbewuste ervoor heeft gezorgd dat alles wat ik niet zo goed begreep of wat anders was dan ik verwacht had, me minder aan het storen is. Bij mij resulteert het in minder frustratie, minder drukte in het organiseren of vinden van iets anders en meer kan zien wat er wel allemaal te vinden is. Allemaal werk van mijn onbewuste, volgens Ad.
Of wellicht begin ik het gewoon leuk te vinden. En hadden we gewoon wat tijd nodig om elkaar beter te leren kennen…

04 December, 2008

back to basic

In een overvolle bus Peruanen kruip ik weg in mijn slaapzak. Ik ben moe maar ga hoopvol mijn reis tegemoet. Peru en ik zullen nooit de beste maten worden, maar toch heeft dit land iets intrigerends. Ik wil tot de grenzen gaan om het te ontdekken, Peru en ik zijn blijkbaar nog niet klaar met elkaar.
Vroeg in de ochtend komt mijn bus in een stoffige wolk tot stilstand. Als enige stap ik uit. Niemand op straat en mijn welkomstcomité geheel afwezig. De naam die ik presenteer aan de enige aanwezige persoon op het busstation (een poort, een erf en iets wat een wachtruimte moet zijn) is onbekend. Ik probeer het nummer te bellen wat ik heb gekregen. Buiten bereik…
Ik probeer op z’n Peruaans te reageren (net zo lang blijven hangen totdat iemand me komt halen) en houd dat precies 1 uur vol. Mijn proactieve persoonlijkheidsknop schreeuwt om actie. Ik beland op een plekje waar auto’s naar de dorpjes in de buurt lijken te vertrekken. Maar al te graag proppen ze mijn rugzak in de verschillende achterbakken.
Het dorp blijkt een klein paradijsje en het lijkt alsof mijn wens om van het gebaande pad te gaan vervuld wordt. Geen telefoon, electra of warm water. Eens per week een auto dat op een neer naar het dorp rijdt. Huizen van klei en riet. In de tuintjes ananassen, bananen en rietsuiker. Boeren, die eens per week als gids verdwaalde toeristen en busjes met scholieren naar de lokale schat leiden: de waterval (771) meter, volgens hen de derde grootste in de wereld.
Inmiddels zijn da dagen verstreken alsof ze niets waren. Ik begin te groeien tot een dorpeling die leert aan te voelen wanneer de regen gaat komen. Die wakker wordt met het eerste licht en gaat slapen zodra de paar lichten uitgaan door gebrek aan geld voor electriciteit. Die hangt voor het erf in het zonnetje omdat er weinig anders te doen is in de hitte. Die haar best doet om niet alleen gezien te worden als de 'gringa' die hen Engels leert en het allemaal beter weet.........

02 December, 2008

surfdude en voluntariado

In de dagen van scharreligheid kwam het besluit. Meer cultuur, meer natuur, minder gebaand pad. Maar hoe? Al scharrelend kwam ik uit op een plekje ten noorden van Lima. Het besluit leverde een ticket op naar Trujillo, met stop in Lima. Een afstand van minimaal 2 dagen over land. Peru en ik kregen een tweede kans om elkaar wat beter te leren kennen. In de paar uur overstap die ik in Lima had, heb ik alle waarshuwingen genegeerd: gevaarlijk, ver weg van het vliegveld, smerig en zeker niet de plek om Peru een tweede kans te geven. Een uur in een rammelden minbusje met een kind op schoot en een vrijwillige gids naast me begon ik de oceaan te ruiken. Een wandeling bergafwaarts bracht me bij de grijze, smerige, drukkende kust van Lima. Het zicht van golven, de geur van de zee, de eindelijk natte atmosfeer. Tranen rolde spontaan langs mijn wangen. Ook hier valt er niet aan te ontkomen. Ik ben een kind van de zee...




Een halve dag later landde ik in Huanchaco. Het stoffige vliegveld deed me schrikken. Waar ben ik terecht gekomen? Uiteindelijk ben ik er ruim een week gebleven. Met strenge leraar Chicho heb ik binnen de beloofde 5 dagen geleerd zelfstandig te surfen (vraag niet hoe het eruit ziet.....). Met Junay en Peter, bezen van het vrij groot opgezette (door nederlanders gestichtte) vrijwilligersbureau heb ik gepraat over effectiviteit en een workshop persoonlijk leiderschap georganiseerd. Met hen heb ik me tijdens het organiseren van een lokaal congres tegen de leervormen aan bemoeid. En overal, ben ik met open en oprechte armen ontvangen. Op mijn 5e dag boden ze me een mooie vrijilligersplek aan. Het organiseren van een groep gidsen bij de Gotca watervallen in de Amazonas. In een dorpje van 50 families (degen in de bergen meegeteld). Ik heb niet eens getwijfeld...

01 December, 2008

Gelijkwaardig


Een van de waarden die het meest belangrijk vind, is gelijkwaardigheid. Een hoog streven voor een toerist in een ontwikkelingsland waar je nog steeds gezien wordt als gringo als je blank bent. Vaak zit je geklemd tussen twee uitersten: of je wordt als vuil behandeld omdat ze graag gebruik van je maken en van het geld dat je al reizend zal spenderen. Of je wordt als koning behandeld, aangezien je afkomst heeft bepaald dat je slimmer, rijker en daarmee blijkbaar beter bent.
Het meisje van 8 bij mij om de hoek is doofstom. De familie (net zoals het hele dorp)is te arm om haar gebaren taal te laten leren, waardoor ze weinig kan vertellen of begrijpen van wat ik zeg. Dagelijks kom ik haar tegen, op het ene moment of het andere. Soms loopt ze met me mee naar de school, in stilte. Soms zwaait ze een gaat ze haar eigen gangetje. Soms komt ze naast me liggen met haar boekjes als ik in de zon lig te lezen. En soms kijkt ze mee over mijn schouder als ik driftig weg aan het tikken ben op mijn kleine laptopje.
Haar stilte raakt me. Het is zoals het is, niks meer en niks minder. Zij, ik, we zijn zoals we zijn. Gelijkwaardig.

Cultuur verschil


Een van de dingen die ik na twee maanden nog steeds niet kan bevatten, is de neiging van Zuid Amerikanen om binnen te zitten. Ze leven in de meest prachtige omgeving, omringd door bos, berg, oceaan of rivier (de jungle uitgezonderd, daar begrijp ik volkomen dat je niet buiten wilt zitten. En ondanks dat, zitten, eten, liggen, hangen, drinken, praten en dansen ze binnen. En dat niet alleen, maar ook nog sluiten ze zo goed mogelijk ramen, deuren en kieren, opdat er zo weinig lucht binnen komt. Het is koud, leggen ze vriendelijk uit.
Maar het is niet koud. Het is meestal minimum 10 en maximum 40 graden (ok, de nachten in de bergen ook uitgezonderd). In het hostal waar ik verblijf tijdens mijn werk met de gidsen, wordt ik verwezen naar een donkere (maar uitzonderlijk schone) kamer. Het eerste wat ik doe is de blauwe houten ligstoel die in de kamer staat, naar buiten verplaatsen. De gastvrouw, een vriendelijke christelijke moeder, kijkt me vragen aan. Of ik buiten ga zitten, vraagt ze. (Dit speelt zich af in een dorp aan de rand van de jungle, in de bergen, op een prachtig terrasje met zicht op de watervallen. De temperatuur is varieert tussen de 15-35 graden.)
Ze zeggen dat het gras altijd groener is bij de buren. Ik, niet gewend aan zoveel moois om me heen, niet gewend aan de langdurende en milde zomer in deze regio, wil niks liever dan buiten zitten. Zij, verlangend naar de luxe van een huis met echt cement, een luxe bescherming tegen de regens in de winter en elektriciteit, begrijpen totaal niet dat ik de kamer die alle boevengenoemde elementen heeft, probeer te ontsnappen.
Het zal vast cultuurverschil heten.