29 October, 2008

zonder anderen

De afgelopen dagen zijn onhelder geweest. Gedachten en vragen over waarom ik dit avontuur aan het ondermenen ben, tolden door mijn hoofd. De voorbereiding voor deze reis had, blijkbaar, grote verwachtingen met zich mee gebracht. Welke precies wist ik niet, maar nu er niet aan voldaan wordt, worden ze langzaam duidelijker. Zoals vaker in het leven. Dagelijks heb ik me afgevraagd waar die Latino sfeer, waar ik blijkbaar erg specifieke beelden bij had, gebleven is. De muziek, de gauchos, de warmte van de Zuid Amerikanen, de spanning van het alleen reizen, de gouden kans om lokale mensen te ontmoeten…
Alleen kunnen zijn is voor een gedeelte gewenning. En voor een gedeelte moed.
Gewenning aan nieuwe gewoontes, patronen. Wat het doorbreken van de oude patronen met zich mee brengt, waarin ik dagelijks verkeerde. Afspreken met vrienden en mijn lief. Afspreken met collega’s, klanten, cursisten. Op plaatsen zijn waar anderen waarmee je verbonden bent, ook zijn. Iets wat je de zekerheid geeft dat je op de goede plaats bent, de goede dingen aan het doen bent. Eenmaal alleen, vervalt deze zekerheid. Het enige referentiepunt wat ik heb, ben ik zelf.
Uit onderzoeken is bewezen dat, voor de samenstelling van een zelf- of eigenbeeld, ‘anderen’ om ons heen grote rol spelen. Zij dienen als materiaal om jezelf met vergelijken en op deze wijze sociale informatie te verkrijgen. Doe je het goed of minder goed? Ben je een succesvol mens? Ook is bewezen dat deze ´anderen´ niet willekeurig zijn. Ze worden zorgvuldig gekozen door het onbewuste als individu creëer je een met cirkel mensen om je heen, die min of meer hetzelfde zijn. Zo vormen zich sociale cirkels van min of meer vergelijkbare individuen, met vergelijkbare patronen, maar ook normen en waarden.
Mijn ‘anderen’ zijn tijdelijk uit beeld verdwenen. De reizigers die ik vluchtig ontmoet worden maar moeilijk een nieuw referentiepunt. De lokalen niettemin. Ze blijken hele andere beelden te hebben van reizen dan ik. Vaak blijf ik toch allen over, met mijn dagelijkse reisvragen, twijfels en beslissingen. Ik ben de enige die antwoord kan geven. Hier begint blijkbaar de moed om echt mezelf te zijn en te blijven.

26 October, 2008

coca bladen en cactussen

Vrijheid. Nieuwheid. De motivatoren van mijn reis zijn weer langzaam de kop op aan het steken. De tocht is echt begonnen, met een wereld vol besluiten die door maar 1 iemand gemaakt worden. Mezelf. Daar waar het goed gaat, lonkt de vrijheid van mijn bestaan alleen maar meer. Daar waar het even niet meezit, duikt de eenzaamheid snel weer de kop op. Na een week reizen vandaag een pas op de plaats. In het meest zuidelijke puntje van Bolivia is het tijd voor bezinking. De beelden van de afgelopen week dringen opnieuw tot me door. De cocakauwende opa die me hielp om een lama te aaien. De duizenden cactussen in de vallei midden in de woestijn. De rammelende bussen tot op 4000 m hoogte. De onschatbare waarde van de uitzichten uit de stoffige raampjes. Het weigerende touristische paard wat me liever niet dan wel door de woestijn op zijn rug droeg (ik ben m overigens zeer dankbaar dat ik uiteindelijk wel meemocht....). Mijn stofigge rugzak die nu al te zwaar aan het worden is. Het noorden van Argentinie was met haar westerse uiterlijk niet wat ik ervan verwacht had. Maarmijn trip wordt met de dag mooier. De zongebruinde donkere gezichten, de lachende tandloze bekjes en de ontelbare kraampjes met kruiden, noten, fruit en coca die op me afkwamen toen ik de grens met Bolivia over liep, hebben veel goed gemaakt. Belofte en smaak naar meer....

24 October, 2008

adembenemend

De omgeving is mooier aan het worden en neemt mijn stemming met zich mee. Hoe kan het zijn dat een context zo bepalend mag zijn voor hoe een mens zich voelt?
Na 5 dagen reizen bevind ik me nu te midden van een geheel andersoortige context. Al uit de bus richting het noorden ving ik de nieuwe signalen op. Woestijn. In het eerste licht werden cactussen, paarden en boeren langzaam wakker.
Het noorden.
Na lang lopen in de brandende zon begin ik spijt te krijgen van mijn wandeling tijdens siesta uren. Het gebruik is niet voor niets in het leven geroepen, wie ben ik om het te negeren? Mijn armen zijn aan het verbranden. Mijn waterfles heeft nog een paar slokken. Terwijl de spijt almaar groter wordt, zie ik in de verte een verlaten terrein liggen. Er staan wat huisjes op en her en der hangen vlaggetjes. Dat zal het zijn. Ik ben weliswaar wat opgelucht, maar de spijt wordt alleen maar groter. Heb ik hiervoor zo lang gelopen, in de hitte, in dit verlate gaucho dorp?
Een oudere, gekrompen man komt me tegemoet lopen, zijn hond op zijn hielen. Zijn tandloze mond lacht me vriendelijk toe. Bienvenidos……Eenmaal op het terras, strijk ik uitgeput neer. Het laatste waar ik zin in heb is nog langer in de zon rond te gaan lopen. De man heeft twee oplossingen voor me in petto. De eerste is een grote rieten sombrero die hij lachend op mijn hoofd zet. Zo, dat is dat. En de tweede is een handvol cokabladen, die hij me aanbiedt om op te kauwen. Ik vroeg me al af wat het groene spul was tussen zijn enige twee tanden.
Ik raap al mijn moed bij elkaar en loop nog een stuk de berg op. Met versneld tempo passeer ik de hutjes uit de verschillende historische periodes van de stad. Stenen tijdperk, middeleeuwen. Spaanse kolonisatie. Ik doe het eerder uit beleefdheid dan dat het me interesseert. Geef mij maar hier en nu, ‘echte cultuur’. En dat krijg ik, zodra ik me omdraai. De talloze cactussen, de droogte van de woestijnachtige bergen. De leegte, het lijkt wel alsof ik alleen op de wereld ben. Ik begrijp eindelijk wat adembenemend betekent.

19 October, 2008

Stad van de eindeloze straten

Met ogen als worsten ben ik in het vliegtuig gestapt. Ik heb vaak geknepen in de knuffel die Machiel op het laatste moment in mijn handen duwde, maar het mocht niet baten. Gemis. De 13 uur durende vlucht hielp niet bepaald mee en dankzij de overstap in Frankfurt was er alom Duits. Orde en striktheid. Ik ben op zoek naar een knuffel, maar van de nerveuze Poolse dame naast mij heb ik ‘m niet gekregen. Gedachtes over waarom ik dit alweer aan het ondernemen ben, laten me niet los. Alleen op pad, vijf maanden nog wel. De exotische verlangens naar Latijns America zijn even verdwenen.
Landen. Het is al donker in Buenos Aires en de hazenslaapjes in het vliegtuig (die net zo lang duurde als mijn nek het tolereerde in de gekreukte stand) hebben niet gebaat, ik ben erg moe. Een bus, een taxi, nog een lange, drukke winkelstraat en ik ben in mijn hostel. Eenmaal op de trap komen de vrolijke geluiden van andere rugzakreizigers me tegemoet, gemengd met vlagen van housebeats. Weer dezelfde vraag. Wat ben ik hier aan het doen?
De nieuwe ochtend brengt meer met zich mee. Al om 8 uur op straat, de jetlag als steun bij een vroege start. De stad slaapt, het is Zondag. Mooi om een stad in deze naaktheid te zien. Uiteindelijk uren dwalend rondgelopen. Door groene, brede, eindeloze straten. En toch maar een flard gezien. Kleinschalig is het laatste wat je Buenos Aires kunt noemen. Groot wel. Romantisch. Verassend. Verschillend, op elke hoek weer. Bijzonder. De grootste gebouwen van het verleden pogen de miljoenen inwoners te verstoppen. Tevergeefs. Een paar uur later stromen de winkelstraten alsnog over, al is het zondag.
Het eerste moment dat ik contact durf te maken met iemand anders dan de douanier en de receptionist is pas om 15.00 uur in de middag. De leegte die ik van binnen voelde kon ik geen plek geven tussen de onbekenden. Ik ben verlost door een straatverkoper, met stofdoeken. Hij lachte en bood er een aan. In de nieuwe voertaal bedankte ik. No tengo una casa….
Op een zonnig terras met bruine tangostoelen (gewoon caféstoelen dus) bestel ik met smetteloos Casteljano een lokale koffie. Het roept verassing op bij de wat oudere ober. Hij blijft praten, voor mij een glansrijke kans om mijn nieuwe taal te oefenen. Hij heeft grijs haar en van dat soort groengrijze ogen dat ik hier voor het eerst gezien heb. Lokaal schoon. Ik fantaseer over zijn rokerig verleden, in een verboden café hier ergens om de hoek. Een sigaret in zijn handen. Tango op de dansvloer. Bij weggaan heb ik niet genoeg kleingeld voor een tip. Ongemak. Bij het opstaan krijg ik een zoen. Grens.
Verderop weg heb ik de lokale krant opgepikt, volgens de verkoopster in de groene kiosk die meer op een ijskraam lijkt dan op een krantenstand, de meest verkochte. Ik heb een doel. Als deze stad niet mooi genoeg is, dan in elk geval de taal blijven leren. Met een woordenboek in de aanslag lees ik de krant bijna twee keer zo groot als de Nederlandse zaterdageditie. Aan een tafeltje dat duidelijk voor de kleinere lijfjes van de Argentijnse vrouwen gebouwd is. Maar, een doel is een doel. Langzaam keert de zekerheid terug. Interessant hoe de mens zijn zekerheid kan terugvinden door zichzelf slechts een doel toe te kennen.
In de avond ben ik teruggekeerd, met de eerste blaren op mijn voeten. Het groeiende gevoel van vrijheid heeft vandaag rond een uur of vijf in de namiddag voor het eerst een echte glimlach op mijn gezicht getekend. Buenos Aires is bijzonder, maar brengt me zeker niet wat ik ervan had verwacht. Nu ben ik ook moeilijk om indruk op te maken, wordt me gezegd. Een van beelden die ik over mezelf heb is dat ik in elk geval een echte kosmopoliet ben. Ik reis graag en veel. Ik leer makelijk nieuwe talen, met dank aan een tweetalige opvoeding. En in een grote stad voel meestal snel aan wat de places to be zijn. Of waar het naar toerisme riekt. En voor het eerst, geheel onverwachts, duurt het even...