31 March, 2009

druk

Druk. Een staat van zijn die ik goed beheerste, net zoals meer twintigers om mij heen. Logisch. Aangezien ik er vaker wel dan niet in verkeerde. 
Bellen en mailen tegelijk. Bellen en rijden tegelijk. Een zakelijk gesprek afhandelen en een smsje sturen: tegelijk. Ik wist altijd precies hoeveel tijd er nodig was om tussen werk en mijn te eten arriverende bezoek een bijzondere maaltijd aan te schaffen en op tafel te zetten. Hoeveel tijd ik nodig had om nog voor de bioscoopvoorstelling van 21.15 nog te kunnen eten en een snelle maar nog wel voldoende calorieverbrandende sportschoolsessie te houden. Mijn gemiddelde dag. Heerlijk!
En toen ging ik op reis. 5 maanden zonder eisen, bepalingen, voorwaarden en verwachtingen. Met mijn spirituele, vooraf bepaalde voornemens onder de arm: 

a. leven in het moment
b. op zoek naar vrijheid en nieuwheid 
c. blijven of gaan op basis van verlangen

Langzaam, je raadt het al (of hebt mijn weblog goed in de gaten gehouden), ben ik ontwend, afgekickt.... 

Nu ben ik terug. In mijn oude wereld. Met een nieuw, nog wat onwennig ritme.  
Dag in dag uit span ik me in om het oude vertrouwde en het nieuwe geleerde te combineren. Om zonder agenda te leven in een wereld die minimaal 3 en maximaal 64 weken vooruit is gepland ( privĂ© en zakelijk). Om te genieten van het moment, terwijl de telefoon aan het rinkelen is. Om uit te zoeken welke voorstelling leuker is, terwijl de kaartjes uitverkocht raken. 
Ik heb het er maar druk mee...

30 March, 2009

recessie

Zelfs tijdens het reizen was er geen ontkomen aan. Hoe ik ook mijn best heb gedaan om alles rond de verslechterende economie te vermijden, toch heb ik het mogen aanhoren.
Hoe de banken in aan het storten waren. Hoe de overheid keer op keer moest ingrijpen. Hoe het kapitalisme ons in de steek aan het laten was. Hoe grote aantallen mensen ontslagen werden. Hoe je niet meer aan de bak kon komen. Hoe bang ik wel niet zou moeten zijn als kleine zelfstandige om terug te keren in een dalende economie.
Een beetje afwachtend kwam ik terug, nieuwsgierig naar wat ik zou aantreffen in de wereld die ik achter mij had gelaten.
In de buurtkroeg speelde een bandje. In mijn favoriete restaurantje moesten we gewoon weer reserveren omdat het zo druk was. De onderburen hadden net dat (inmiddels tweede) nieuwe huis gekocht. Oud collega's waren ook voor zichzelf begonnen. Vriendinnen zetten hapjes met dadels en prosecco neer als ik over de vloer kwam en bij de sportschool is nog steeds een wachtlijst.
Weinig veranderd. Gelukkig maar, want het is fijn om na lange tijd weer te mogen nestelen tussen wat oude vertrouwde takjes.
Weing veranderd. Ook wel jammer eigenlijk. Want er is wel degelijk iets veranderd in onze wereld. En daar zullen we wel degelijk ooit de prijs voor moeten betalen.
Is het niet zo dat we het toch anders moeten gaan doen om ooit anders te worden?

28 March, 2009

ploeteren

Wat heb je nodig om weer terug te komen in een systeem wat verder is gegaan zonder jou?
Als ik heel eerlijk ben, weet ik het niet zo goed. Al ruim twee weken duurt mijn zoektocht en eruit ben ik zeker nog niet. Ik voel me nog steeds een reiziger, maar het verste reisje wat ik maak is met de NS naar Meppel. Ik sta nog op zomerstand en toch loop ik maar met handschoenen aan omdat mijn vingers er zowat afvriezen. Ik sta op om 09.00 uur en voel alsof het 06.00 uur is. Ik zweef, daar waar anderen om mij heen aan het rennen, werken, organiseren, plannen zijn.
Natuurlijk zijn er voldoende 'ontlastende' factoren, die uitleg geven voor mijn op hol geslagen staat van zijn. Het weer wat zo anders is, de dozen met spullen die ik nog steeds niet helemaal uitgepakt heb, Zeeburg, waar ik nog niet aan gewend ben en mijn stadje Utrecht wat ik heel erg mis, een antibioticakuur die zwaarder uitpakte dan verwacht....
Maar toch. Wat is er aan de hand? Wat maakt dat ik, die altijd en overal wel weer kan aarden, mijn voeten maar niet op de grond krijg?
Is het systeem Nederland dusdanig veranderd in die 5 maanden afwezigheid of ben ik het, die zoveel anders is geworden? En waar zit mijn aansluiting ook alweer, mijn verbinding?
De analyticus in mij blijft aan de slag, zoekend naar oorzaak en uitleg van de situatie. Maar soms, en misschien wel vaker, en misschien eigenlijk wel altijd, is er geen oorzaak aan te duiden. En zijn de dingen gewoon zoals ze zijn. En moet je gewoon maar even rondploeteren om weer je eigen weggetje te vinden.
Ploeteren: waden in modder of vuil; zwoegen.
Ik hou niet van ploeteren. En al helemaal niet in de modder....

18 March, 2009

kloppend hart

Mijn hart klopt harder als ik aan 'thuis' denk. Wat is het, waar is het? Zo lang op afstand...Hoe zal het zijn om terug te komen in een wereld die gewoon verder is gegaan? Om weer in een vast patroon te stappen? Om geen reiziger meer te zijn? Mijn hart klopt harder als ik denk aan vertrek. Wat zal ik het missen: dag in dag uit kunnen besluiten waar ik naartoe wil, wat ik wil doen, wil laten en wil zijn. Nieuwe prikkels, mensen en gevoelens. Bijzondere plekken, vernieuwende impulsen. Zeeen van tijd. Reflectieve, lege, volle, angstige of vrije momenten. Mijn laatse bestemming heb ik als de meest levendige, indrukwekkende, bij mij passsende ervaren. Wat zal ik het missen: de gekoelde kokosnoten die in drie hakbewegingen voor je open worden geslagen. De spierwitte stranden, licht gekoeld door omringende palmen. De in hangmatten schommelend ondernomen boottochten op het donkere, mysterieuze water van de Amazone. De kleurrijke Brazilianen, afstammelingen en mistozos van vrijwel elk volk op onze aardbol. De trommelende handen, zingende monden en rap stappende voeten van de samba. Meer dan voldoende zal ik achterlaten, zonder het ook maar even te missen: de continue zoektocht naar bijzondere plekken, intrigerende bestemmingen. De terugkerende integratie met mensen die op mijn pad kwamen. De oppervlakkige gesprekken. De aandacht voor voedsel, wat wel of niet zou zorgdragen voor diaree of eindeloze kotspartijen. Keer op keer mijn plekje moeten vinden in een (weer!!!) nieuwe context. Het constante gebrek aan het bijzijn van iedereen die ik zo liefheb. Aan vertrouwdheid, wederkerigheid, een vanzelfsprekend gesprek. Mijn hart gaat harder kloppen. Eindelijk. Ik ga weer onder 'mijn' mensen zijn.