16 January, 2009

praktisch gemis

Buiten het lodgeachtige hostel zeg ik de inmiddels tweede vertrekkende vriendin gedag. Ik druk haar in mijn armen en laat mijn tranen vrijuit gaan. Ze zwaait vanuit de taxi. Ik ben weer helemaal alleen.
Hoewel ik de eerste paar uren niet goed weet wat ik moet doen alleen aan het zwembad, wen ik snel. Ik spreek mezelf moed in, het is nog een maand alleen en twee maanden voordat ik mijn vriendjes en vriendinnetjes weer zie. Ik slaap wat, internet wat en pak de bus naar het centrum om daar mijn volgende verbinding naar het midden van het land te halen. Ik ben, kan en wil weer op pad. Op weg naar nog meer avonturen.
Op het busstation moet ik wat wachten op de bus. Ik besluit naar de wc’s te gaan, hokjes die zo krap zijn dat je er net in kan plassen en om erbij te komen mag je betalen bij een meneer die een stroef draaihekje bedient. Met rugzak en al wurm ik mezelf door de hekjes en het wc hokje in. En dan komt de klap. Ik ben weer alleen. Niemand om even op mijn tas te letten, om aan te vertellen dat ik even ga plassen en zo weer terug ben.
Eenmaal in de bus komt de tweede klap, als ik naar mijn stoel loop, in een rij van twee. Ik instaleer me en na tien minuten zit er een stinkende Braziliaan naast me. Hij vraagt vrijwel meteen waar ik vandaan kom. Verdrietig geef ik antwoord en draai mijn hoofd naar het raam. Ik heb geen zin in een oppervlakkig gesprek over waar ik werk, woon en of ik kinderen heb. En waarom ik alleen op reis ben.
De derde klap komt ’s ochtends als ik de bus uitstap in een stad die veel toerisme ontvangt en zowat besprongen wordt door de promoventjes van het een of andere hostel of reisbureau. Omdat ik alleen ben overvallen ze me massaal, hopend dat ze kunnen verkopen. Ik pak mijn rugzak en loop snel door, doend alsof ik weet waar ik naartoe ga (wat meestal ook wel het geval is, alleen deze keer stond er even geen plattegrondje in mijn reisgids). Ik baal. Niemand om tegen te mopperen, niemand om mee te overleggen.
Mijn innerlijke peptalk bleek van oppervlakkige aard. In het groots had ik mezelf overtuigd dat het weer fijn was om mijn eigen pad te trekken, om mijn nomadisch bestaan weer vervolg te geven. Maar in de kleine praktische dingetjes stak de pijn toch snel weer de kop op. Ik mis ze…