11 December, 2008

Slimme onbewuste


6 weken zijn er verstreken. Zuid Amerika en ik zullen elkaar waarschijnlijk nooit echt gaan begrijpen. Ik leef graag binnen, zij buiten. Ik onderneem graag het maximum, zij hangt het liefst wat rond. Ik ben op zoek naar wat onder de oppervlakte zit, zij heeft het over koetjes en kalfjes.
Het grappige is, het doet er steeds minder toe. Al onderzoekend en reflecterend heb ik zeker mijn eigen weg kunnen vinden in dit gigantische continent. En ben er zelfs van gaan houden, gek genoeg.
In het boek “het slimme onbewuste” omschrijft Ab Dijksterhuis een interessant onderzoek over de rol van het onbewuste in gewenning aan nieuwe zaken. Het onderzoek bewijst dat naarmate we een persoon, plek of object vaker hebben gezien, we het plezieriger gaan vinden. Of we deze plek nou leuk vinden of minder leuk. Ons onbewuste zorgt ervoor dat we vertrouwd raken, een handeling die gepaard gaat met een positiever gevoel.
Peru is fijner geworden. Volgens de theorie van Ad lijkt het erop dat mijn onbewuste ervoor heeft gezorgd dat alles wat ik niet zo goed begreep of wat anders was dan ik verwacht had, me minder aan het storen is. Bij mij resulteert het in minder frustratie, minder drukte in het organiseren of vinden van iets anders en meer kan zien wat er wel allemaal te vinden is. Allemaal werk van mijn onbewuste, volgens Ad.
Of wellicht begin ik het gewoon leuk te vinden. En hadden we gewoon wat tijd nodig om elkaar beter te leren kennen…